Oudste begraafplaats

Oudste algemene begraafplaats Haarlemmermeer was tijd ver vooruit

26 november 2020
Geschiedenis

De eerste doden van Haarlemmermeer werden niet begraven in de poldergrond. Ze werden naar begraafplaatsen in Haarlem, Amsterdam of hun geboortegrond elders in Nederland gebracht. Pas vijf jaar na de drooglegging, op 30 november 1857, werd de eerste algemene begraafplaats van Haarlemmermeer geopend. Niet in Hoofddorp, maar aan de rand van het huidige Zwanenburg: begraafplaats Houtrijk en Polanen.

Twee jaar eerder hadden de notabelen van het dorp besloten dat er een eigen begraafplaats moest komen. Rond de Hervormde kerk, die tegenover de ingang van de suikerfabriek stond, was geen ruimte. Jan Jacob van Voorst, een bevriend Amsterdamse dominee en afkomstig uit een vermogende familie, wilde een kwart bunder (hectare) van het drooggelegde land dat hij als investering had gekocht, schenken. Dat de begraafplaats niet rond de kerk lag, paste eigenlijk goed bij de voorwaarde die Van Voorst had gesteld. Het moest een algemene begraafplaats worden. Iedereen kon er worden begraven, ongeacht geloofsovertuiging. Hij was hiermee zijn tijd ver vooruit. Het beheer werd wel door de Hervormde Kerk gedaan.

Laddertje vergeten?

Om toegang te krijgen tot het stuk land dat was aangewezen, werd een weg aangelegd vanaf het pad dat langs de Ringvaart liep, de huidige Zwanenburgerdijk. Dit werd later de Kerkhoflaan. De waterpartij die de begraafplaats ook nu nog omringd, lag er toen ook. De graven werden door de koster, iemand die alle praktische zaken rondom de kerk regelt, gegraven. Voor een graf van drie meter diep moest wel een ladder worden meegenomen, anders was het niet mogelijk uit het graf te komen, wat weleens is gebeurd. Pas begin jaren tachtig is de begraafplaats overgestapt naar machinaal graven.

Omgekeerde wereld

Hoe anders de bevolkingsopbouw er anderhalve eeuw geleden uitzag, is terug te zien in de sterftecijfers. Bijna de helft (45%) van alle mensen die de eerste dertig jaar op de begraafplaats werden begraven, was jonger dan 1 jaar. Nog geen procent werd ouder dan 80 jaar. Ter vergelijking: over de periode 1978-2007 was 41% van de mensen die werd begraven ouder dan tachtig en iets meer dan één procent jonger dan 1 jaar. 

Betalen naar draagkracht

De indeling van de begraafplaats is sinds de aanleg onveranderd. De onderverdeling in klassen is rond 1990 wel opgeheven. Tot die tijd kon worden gekozen voor zes categorieën: van eerste klas graf met eeuwige grafrust tot een algemeen graf dat na tien jaar werd geruimd. Elk graf was qua afmeting gelijk, alleen hing er een ander prijskaartje aan. Een grote grafsteen kostte meer onderhoud dan een bescheiden houten naambordje. Het oudste nog bestaande graf is ruim honderd jaar oud en is van Jan Wils, die meer dan 50 jaar beheerder is geweest van de begraafplaats. Oudere grafstenen en ook grafstenen met bijzondere kenmerken worden bewaard als monument en hebben een aparte plek op de begraafplaats. Trends in de cultuur van begraven zijn terug te zien in de grafstenen. De laatste dertig jaar komen de meeste stenen uit India en China, terwijl voor die tijd grafstenen van Belgisch hardsteen werden gemaakt. 

De graven van de crew van een Britse bommenwerper. Foto: Pieter van Staaveren

Begraven na 60 jaar

Achter elk graf gaat een leven vol verhalen schuil. Een opvallend graf is dat van de crew van een Engelse bommenwerper. Eind januari 1944 werd hun vliegtuig door Duits afweergeschut neergeschoten. Het brandende toestel boorde zich in de boerderij van familie Van der Bijl in de Houtrakpolder. Alle bemanningsleden en zes gezinsleden kwamen hierbij om, maar slechts twee stoffelijke overschotten konden worden geborgen en werden begraven op de begraafplaats. De middelen om het vliegtuigwrak dat op een diepte van vijf meter lag te bergen, ontbraken. De verwoeste boerderij werd op dezelfde plek herbouwd. Als zestig jaar later voor de aanleg van de Afrikahaven de boerderij wordt gesloopt, kunnen de stoffelijke resten van de vijf vliegers worden geborgen. Eind 2001 worden ook zij begraven op de begraafplaats in Zwanenburg in aanwezigheid van militairen van de Australische, Britse en Canadese luchtmacht en nog in leven zijnde directe verwanten.

Foto van de crew op het graf.

Kling klokje klingelingeling

Een ander bijzonder ‘monument’ is de 8 meter hoge klokkenstoel die in 2011 op de begraafplaats in gebruik werd genomen. In de stellage hangt de 870 kilo zware kerkklok van de Grote Kerk in Halfweg. Deze kerk moest wijken voor woningbouw, maar de klok kreeg een nieuwe bestemming. De zeventig jaar oude klok is niet de oorspronkelijke kerkklok. Die werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers geroofd om te worden omgesmolten tot oorlogsmateriaal. De luidklok met een diameter van ruim één meter blijft behouden door plaatsing op de begraafplaats. Op wens van nabestaanden kan het voor inwoners van het dorp vertrouwde geluid van de bel worden geluid tijdens een uitvaartplechtigheid.

Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Pieter van Staaveren en het boekje ‘Rondgang over de Begraafplaats te Zwanenburg’