Niemand zou zijn verhaal steeds opnieuw moeten vertellen
Yvonne* had al zes hulpverleners gehad: eerst een lokale hulpverlener, daarna Veilig Thuis, de schuldhulp, de huisarts, de jeugdbeschermer en de maatschappelijk werker van de opvang. Iedereen wilde helpen, maar niemand had overzicht. Ze moest telkens opnieuw vertellen wat er was gebeurd. Vertellen over de klappen, de angst van haar kinderen, het zoeken naar rust. Het voelde als een estafette zonder finish.
Dat beeld staat symbool voor wat gemeenten in de Veiligheidsregio Kennemerland - waaronder Haarlemmermeer - nu willen doorbreken. Relationeel geweld (geweld dat plaatsvindt tussen mensen met een hechte band) en kindermishandeling komen in negen procent van de Nederlandse huishoudens voor. En er zijn ruim 1,3 miljoen slachtoffers per jaar. In bijna twee derde van die gevallen gaat het om structureel geweld: dagelijks, wekelijks of maandelijks. Elk jaar worden naar schatting 119.000 minderjarigen mishandeld of verwaarloosd. In één op de vijf huishoudens waarin geweld speelt, stopt dat pas een jaar na melding bij Veilig Thuis. En in bijna een derde van de gevallen speelt armoede een rol. Deze cijfers gaan om mensen als Yvonne - ouders, kinderen en ouderen - die recht hebben op een leven zonder angst.
De bestaande aanpak was goed bedoeld, maar er was te weinig samenhang. Hulpverleners werkten te vaak in estafettevorm: de een sloot af, terwijl de ander pas begon. Elke organisatie richtte zich op haar eigen stukje van het probleem: schulden, verslaving, opvoeding, psychische nood. Zonder dat iemand naar het geheel keek. Daardoor gingen maanden voorbij zonder samenhang of richting. Professionals voelden zich machteloos en gezinnen raakten uitgeput. Voor Yvonne betekende dat wachten op afspraken, wachten op duidelijkheid, wachten op iemand die bleef.
Eén huishouden, één gezicht
Die tijd moet voorbij zijn. Met het regionale Koersplan Veilig en Verbonden 2025–2028 kiezen de gemeenten en hun partners voor één gezamenlijke aanpak. Geen losse lijnen meer, maar één netwerk van professionals die als geheel samenwerken. Daarbij is er één vast contactpersoon die samen met het gezin en de betrokken professionals een compleet plan maakt en bewaakt. Deze contactpersoon blijft zo lang als nodig betrokken. En schakelt experts in als dat nodig is - van GGZ tot politie of woningcorporatie - en zorgt dat afspraken worden nagekomen. Als de samenwerking even minder goed verloopt, kan een procesregisseur tijdelijk worden ingeschakeld om de vaart en helderheid terug te brengen.
Er zijn ruim 1,3 miljoen slachtoffers van relationeel geweld per jaar. Foto: Shutterstock.
Eén plan van aanpak
De verandering is ingrijpend. Het vraagt niet alleen om nieuwe afspraken, maar ook om een andere houding: van naast elkaar werken naar samen dragen. Van doorverwijzen naar blijven meedoen. Dat betekent dat lokale hulpverleners een sterkere rol krijgen in de begeleiding van gezinnen waar onveiligheid speelt. Zij kennen de leefwereld van inwoners, werken dichtbij en kunnen snel contact opnemen met partners als Veilig Thuis, de Blijf Groep, de Raad voor de Kinderbescherming en het Zorg- en Veiligheidshuis. Zo ontstaat één plan van aanpak voor het hele huishouden, in plaats van een stapel losse dossiers.
Voor Yvonne zou dat heel veel verschil maken. Geen eindeloze herhaling van haar verhaal, geen nieuwe namen die ze om de paar maanden moet leren kennen. Maar één gezicht dat blijft, één plan waarin alles samenkomt, en een netwerk dat haar en haar kinderen niet uit het oog verliest.
Realistisch plan
De nieuwe aanpak moet veel bereiken, maar is wel realistisch. De gemeenten en hun partners werken volgens de zogenoemde visie Gefaseerd Samenwerken voor Veiligheid. Dat houdt in: eerst directe veiligheid organiseren, daarna de oorzaken van geweld aanpakken en vervolgens ruimte maken voor herstel. Daarbij leren de professionals van en met elkaar. Want vakmanschap, zo staat in het plan, is niet alleen kennis van regels, maar ook het kunnen luisteren, verbinden en volhouden.
Relationeel geweld komt in veel vormen voor. Soms is het lichamelijk of met woorden, soms gaat het over geld of is het emotioneel. Soms heeft het een dodelijke afloop, zoals bij femicide (geweld tegen vrouwen). In het regionale Koersplan is er duidelijk aandacht voor dit onderwerp. Er wordt daarnaast onderzocht hoe gemeenten de aanpak van femicide lokaal kunnen versterken. “We kunnen dit alleen doorbreken door beter samen te werken en eerder in te grijpen,” zegt wethouder Charlotte van der Meij (Zorg en Welzijn). “Elk signaal, hoe klein ook, telt.”
Geen wondermiddel
De beweging die met het Regionaal Koersplan wordt ingezet is geen wondermiddel. Het vraagt tijd, vertrouwen en gezamenlijke inzet. Het vraagt een cultuur waarin fouten niet worden genegeerd maar worden besproken, en waarin we toegeven dat we niet alles kunnen voorkomen. Maar het is wél een duidelijke stap: van weinig samenhang naar verbinding, van doorverwijzen naar samen dragen, van overleven naar herstel.
Voor mensen als Yvonne betekent dat niet dat alle pijn verdwijnt, maar wel dat iemand eindelijk blijft luisteren - ook als het even stil wordt.
*Yvonne is een verzonnen naam, maar haar verhaal is gebaseerd op echte ervaringen.

