Column | Oplichterij
Ik was onlangs in overleg met een jonge, vrouwelijke collega. Opeens begon ze te lachen. Ze liet me een appje zien met de tekst: "Hé papa, ik heb een nieuwe telefoon. Je moet dit nummer opslaan." Plus een betaalverzoek, want papa moest de telefoon natuurlijk wel betalen.
Zoals ik al zei, het was een vrouwelijke collega. De aanspreekvorm ‘papa’ was in dit geval dus niet echt op z’n plaats, én ze heeft geen kinderen. Bovendien is deze oplichterstruc veelvuldig in het nieuws geweest: een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Helaas worden nog steeds veel mensen, vooral ouderen, opgelicht met babbeltrucs. In het eerste kwartaal van dit jaar zijn meer ouderen opgelicht dan in het eerste kwartaal van 2024. Zo worden ouderen opgebeld door iemand die zich voordoet als de wijkagent. De ‘agent’ vertelt dat het slachtoffer op een lijst van criminelen staat. Maar de ‘agent’ zal de kostbaarheden komen ophalen. Die worden dan zogenaamd veilig opgeborgen op het politiebureau. Maar u raadt het al: die spullen zijn voor altijd weg.
Ik vind dit oplichterij van de allerergste soort: ouderen bang maken en dan beroven. Niet alleen zijn de slachtoffers hun (emotioneel) waardevolle spullen kwijt, maar de emotionele schade is ook groot. Bovendien schamen de slachtoffers zich zo, dat ze vaak hun verhaal niet durven te vertellen.
Maar juist dat is zó belangrijk. Want door te vertellen wat er is gebeurd, worden andere potentiële slachtoffers gewaarschuwd en kan nog meer leed voorkomen worden.
En wordt u gebeld door de politie? Vraag dan naar zijn of haar naam en het politiebureau waar deze persoon ‘werkzaam’ is en zegt dat u terugbelt. En bel dan direct de échte politie.