Planschade
De gemeente neemt besluiten over plannen voor gebieden. Daardoor kunt u schade oplopen. Dit heet planschade. Uw huis wordt bijvoorbeeld minder waard, uw woonplezier vermindert of u loopt inkomsten mis. U kunt dan in aanmerking komen voor een vergoeding van deze 'planschade'.
In welke situaties kan ik een vergoeding planschade krijgen?
U kunt een vergoeding krijgen als de schade komt door:
- Een bepaling van een bestemmingsplan, beheersverordening of van een provinciaal of rijksinpassingsplan.
- Een bepaling in een bestemmingsplan waarmee toepassing is gegeven aan een planwijziging, een planuitwerking of het stellen van verdere eisen.
- Een omgevingsvergunning voor de activiteit aanleg, planologisch strijdig gebruik of sloop.
- Een besluit tot aanhouding van een omgevingsvergunning.
- Een bepaling van een provinciale omgevingsverordening of van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
- Een bepaling van een exploitatieplan.
- Een Koninklijk Besluit tot buiten toepassing verklaren van de Wet ruimtelijk ordening op een werk of werkzaamheid door de landsverdediging.
Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?
U kunt een vergoeding aanvragen als u aan deze voorwaarden voldoet:
- U heeft schade geleden aan uw eigendom. U bent dus eigenaar, geen huurder.
- De schade komt door planologische maatregelen.
- U vraagt de tegemoetkoming aan binnen 5 jaar nadat het bestemmingsplan waarover het gaat (of de wijziging daarvan) is ingegaan.
- Het zou onredelijk zijn als de schade helemaal voor uw eigen rekening zou komen.
- U heeft niet op een andere manier vergoeding voor de schade ontvangen bijvoorbeeld koop, onteigening of verzekering.
Hoe vraag ik de vergoeding aan?
U betaalt € 300 om uw aanvraag in behandeling te laten nemen. U krijgt dit bedrag terug als er positief over uw aanvraag wordt beslist.
U vraagt een tegemoetkoming planschade online aan. Hiervoor heeft u DigiD nodig.
Krijg ik alle schade vergoed?
Niet alle schade wordt vergoed. Er geldt een eigen risico van 2% van uw inkomen (bij inkomensverlies) of van de woning (bij waardevermindering). In sommige gevallen kan het risico worden verhoogd van 2% naar 5%. Bijvoorbeeld als het gaat om een normale maatschappelijke ontwikkeling, zoals woningbouw in de kern van een dorp of stad.