De Groene Stroomboot: al 25 jaar duurzaam varen tussen Haarlem en Haarlemmermeer
Sinds 1997 vaart er tussen het theehuis Cruquius en de Zuid Schalkwijkerweg een bijzonder pontje: de Groene Stroomboot. Deze elektrische veerpont wordt volledig op zonne-energie aangedreven en is inmiddels een vertrouwd gezicht geworden in de omgeving.
Gert de Groot is al ruim tien jaar vrijwilliger bij de Groene Stroomboot. Als schipper én bestuurslid zet hij zich in voor het pontje. Gert: ‘Toen ik met vervroegd pensioen ging, zei mijn vrouw: “Is dat pontje niet iets voor jou?”. In 2012 ben ik begonnen. En sindsdien vaar ik elke week een halve dag. Dat is prachtig. Je ontmoet ontzettend veel mensen en hoort mooie verhalen. En soms zeggen mensen niets, maar zie je ze gewoon genieten.’
Een pontje met geschiedenis
De Groene Stroomboot is een moderne voortzetting van een ouder pontje dat ooit recht overstak tussen Haarlemmermeer en Haarlem, bedoeld om boeren, vee en later ook auto’s over te zetten. Dat pontje verdween rond 1970. In 1997 werd het idee opnieuw leven ingeblazen. Dit keer als toeristisch rondje: van de oude steiger aan de Zuid Schalkwijkerweg naar het theehuis Cruquius.
Elektrische optie
Vanaf het begin is er bewust gekozen voor een duurzaam alternatief. Gert: ‘Er moest gekozen worden tussen een dieselpontje of een elektrisch exemplaar. Gelukkig is toen gekozen voor een elektrische pont. De zonnepanelen kwamen er iets later bij, dankzij sponsorgelden. Vorig jaar hebben we motoren gekregen met nieuwe elektronica, nieuwe zonnepanelen en nieuwe accu’s. Daar zijn we ontzettend blij mee.’
Duurzaam én sociaal
Hoewel er inmiddels een fietsbrug ligt en het pontje technisch gezien overbodig is geworden, blijkt het nog steeds populair. Niet alleen omdat het stil en schoon is, maar ook vanwege de beleving. Gert: ‘We horen vaak dat mensen het heerlijk vinden: het kabbelende water, de rust. Je glijdt even over het water, zonder lawaai of stank.’
Duurzame lijn
Gert: ‘Het gaat de verkeerde kant op met de aardkloot, met het milieu, daar moeten we wat aan doen. Dat idee zit wel ingebakken bij mij. Nou ben ik niet heel streng in de leer, maar ik vind het zeker belangrijk. En dat geldt ook voor het bestuur. Al in de jaren negentig is er gekozen voor duurzaamheid. Die lijn zetten we voort.’