Omgevingseffectrapport (OER)

Tegelijkertijd met het ontwikkelen van de omgevingsvisie is een omgevingseffectrapport (OER) opgesteld . Het OER laat zien welke gevolgen de ontwikkelingen uit de Omgevingsvisie hebben voor de leefomgeving en hoe die eventueel beperkt kunnen worden door het treffen van maatregelen.

Vervolg op Structuurvisie 

Het ontwerp-OER bouwt voort op het 'PlanMER – rapport van de Structuurvisie Haarlemmermeer'.externe-link-icoon Met de komst van de Omgevingswet (waarschijnlijk medio 2022) dient deze Structuurvisie (ook die van Haarlemmerliede en Spaarnwoude) te worden vervangen door de omgevingsvisie. De omgevingsvisie gaat daarmee  voor de eindtijd van de Structuurvisie (2030) tot  start. Aangezien de Structuurvisie Haarlemmermeer grote ontwikkelingen met een lange doorlooptijd bevat, wordt een deel van de opgaven uit die Structuurvisie overgenomen in de omgevingsvisie.  

Een volledig nieuwe MER-procedure voor de omgevingsvisie levert maar beperkte nieuwe informatie op. Dit komt doordat de belangrijkste keuzes voor bijvoorbeeld de locaties van woningbouw en de ontwikkeling van zonneakkers al zijn genomen en niet meer ter discussie staan. Ook zijn voor de grootste ontwikkelingen reeds MER.-procedures opgestart. Het MER uit 2012 is aangevuld met thema's die toen nog niet actueel waren, zoals energie en stikstofproblematiek. De mogelijke extra impact ten opzichte van de Structuurvisie op de fysieke leefomgeving is daarom onderzocht.  

Het OER is door een extern bureau opgesteld met de kennis van zaken van dat moment. Het ontwerp-OER laat zien welke gevolgen de ontwikkelingen uit de omgevingsvisie hebben voor de leefomgeving en hoe die eventueel beperkt kunnen worden door het treffen van maatregelen. Er is ook een zogenoemde “Passende Beoordeling” opgesteld, die de gevolgen voor Natura 2000-gebieden in beeld brengt. Het OER geeft daarnaast een aantal gemeentebrede aanbevelingen, zoals het toevoegen van recreatiemogelijkheden. Tot slot wordt een voorstel gedaan ten aanzien van monitoring.