De ruiterpaden zijn meestal 1,5 meter breed en gemaakt van zand. Dit is een goede ondergrond voor paarden, zowel bij droog als nat weer. Waar mogelijk worden de paden gescheiden van andere paden, zoals wandel- en fietspaden.
De Koninklijke Nederlandse Hippische Federatie (KNHS) heeft een handleiding uitgebracht voor de aanleg van ruiter- en menpaden. We proberen zoveel mogelijk te voldoen aan de richtlijnen in deze handleiding voor de paden in PARK21.
In PARK21 worden ook bruggen gebouwd en ook hier wordt rekening gehouden met paarden. De bruggen hebben een toegankelijke hellingshoek, een antislip-ondergrond, dichte, hogere relingen en geluiddempend materiaal, zodat paarden minder snel schrikken van hun eigen hoeven op het wegdek en van het verkeer dat onder de brug doorrijdt. Ook wordt aandacht besteed aan het verbinden van deze ruiterpaden met bestaande maneges, zodat ruiters zo min mogelijk gebruik hoeven te maken van bermen.