Column | MH17
Zondag was het acht jaar geleden dat vlucht MH17 van Malaysia Airlines neerstortte in Oost-Oekraïne. Alle 298 inzittenden, veelal Nederlanders, kwamen om het leven. Ik denk dat we allemaal nog wel weten waar we waren, toen we het nieuws hoorden. Het was een mooie zonnige dag die heel snel heel zwart werd.
In Vijfhuizen is een nationaal monument in een prachtig park voor de slachtoffers gemaakt. Als je daar rondloopt, voel je de tragedie binnenkomen. Voor elke passagier of crewlid is een boompje geplant. Daaronder staat een bordje met de naam. Soms van een enkele reiziger, die bijvoorbeeld naar een aidsconferentie in Australië ging. Dan weer vijf bomen naast elkaar voor mensen met dezelfde achternaam, die op familiebezoek gingen in Maleisië. Of twee boompjes voor twee twintigers die gingen backpacken in Azië, het leven nog voor zich. In elk boompje zit een verhaal, dat in één klap ophield.
Dat maakt het zo onverteerbaar. Deze mensen hadden niks te maken met welk conflict dan ook. Ze gingen op vakantie, ze gingen naar een conferentie, ze gingen familie bezoeken. Je probeert het te bevatten. Je probeert een reden te zoeken. Maar machteloosheid is het enige wat overblijft. Ook nu, na acht jaar, zijn de daders nog steeds niet gestraft. Dat moet frustrerend zijn, voor de nabestaanden.
Ik heb hun verhalen gehoord, die hartverscheurend zijn. Ik zocht vaak naar woorden, die niet kwamen, om troost te bieden. Ik kon alleen af en toe een arm om iemands schouder leggen. Fijn dat er in Haarlemmermeer zo’n plek is waar we de nabestaanden kunnen herdenken. Hier kun je rondlopen, in stilte, om even te denken aan de verschrikkelijke ramp van 17 juli 2014, toen er zo veel mensenlevens kapot zijn gemaakt.