Column | Hoop
Op maandag 24 februari is het alweer drie jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Al drie jaar lang hebben Oekraïense vluchtelingen in onze gemeente een veilig heenkomen gevonden. Velen van hen werken hier inmiddels, kinderen en jongeren gaan naar school.
Ongetwijfeld zullen er Oekraïense vluchtelingen zijn die hier hun plek gevonden hebben. Die hier langzaam maar zeker wortelen en die hun toekomst inmiddels in Nederland vorm willen geven. Dat geldt vooral als er niets meer is om naar terug te keren: geen familie meer, geen huis, geen werk.
Maar voor veel vluchtelingen geldt dat het verlangen naar huis, de angst om het welzijn van achtergebleven familie ieder jaar, iedere maand, iedere week, iedere dag groeit. Terwijl de hoop die zó belangrijk is om je staande te houden, langzaam dooft.
Drie jaar geleden openden veel hotels, maar ook inwoners hun deuren om onderdak te bieden. Er werden ‘winkels’ ingericht met kleding en spullen. Velen boden een helpende hand, op heel veel verschillende manieren: saamhorigheid en samenredzaamheid in optima forma! En natuurlijk hoopte iedereen, de Oekraïners voorop, dat dit allemaal van korte duur zou zijn.
Maar we zijn inmiddels drie jaar later. Nog steeds wonen de Oekraïense ontheemden in hotels, in woongroepen en bij particulieren. Het zijn, op zijn zachtst gezegd, verwarrende tijden. Wordt deze oorlog beëindigd, en tegen welke prijs?
We houden onze adem in en hopen op een goede afloop. Want als er één ding zeker is, dan is dat de primaire behoefte aan vrede en veiligheid in het moederland en voor velen de terugkeer naar zijn of haar geboortegrond.
Ik wens al onze Oekraïense inwoners heel, heel veel sterkte en vooral hoop. En ik wil iedereen die de opvang van de Oekraïners nog steeds mogelijk maak heel hartelijk bedanken: met name de Haarlemmermeerders die mensen in hun eigen woning een onderdak bieden.