Column | Afbetaling
Soms vind je ze nog op rommelmarkten of in vintagewinkels: een langwerpig blik met verschillende vakjes: voor de huur, voor de elektriciteit en het gas, voor het water. Ze werden nog tot in de jaren zeventig gebruikt. Het salaris werd vaak contant betaald en thuis werd het geld verdeeld over de vakjes in het blik. Wat er overbleef was het huishoudgeld. Heel overzichtelijk: je wist precies wat je had (en dus ook wat je niet had).
Dat is nu wel anders. Ons leven is gedigitaliseerd. Ik weet niet of dit woord bestaat, maar het dekt wel de lading. Je salaris wordt op je bankrekening gestort, of je nu als 13-jarige een baantje in de supermarkt hebt of burgemeester bent. Je kunt (bijna) overal betalen met je telefoon of je horloge. En geloof me: voor het gevoel hoeveel geld je hebt en uit kunt geven maakt het echt heel veel uit of je 50 euro in je portemonnee hebt, of dat je alleen een piepje hoort.
Digitalisering brengt veel voordelen, maar ook nadelen. Jongeren bouwen bijvoorbeeld ongemerkt flinke schulden op. Met een paar kliks koop je spullen die je vervolgens met een andere app zoals Klarna en Riverty op afbetaling afrekent. Er is dus geen moment dat jongeren zich realiseren dat ze heel veel geld aan het uitgeven zijn. Bovendien is een uitgestelde betaling gewoon een schuld aan bijvoorbeeld Klarna, Riverty of aan de creditcardmaatschappij. Voor je het weet lopen de schulden in de honderden en soms zelfs duizenden euro’s. Dan heb je weliswaar een kamer vol spullen, maar ook schuldeisers achter je aan.
We hoeven niet terug naar vroeger. Maar laat je niet meeslepen door het zogenaamde gemak van achteraf betalen. Want achteraf betalen is voor heel veel jongeren vooral achteraf balen.